Sterilisatie
■ Inleiding
■ Spijt na de sterilisatie
■ Methoden van steriliseren
■ Complicaties
■ Na de sterilisatie
Sterilisatie •
Contact
■ Tot slot
Een sterilisatie is een permanente of definitieve vorm van anticonceptie waarbij bij de vrouw beide eileiders worden afgesloten. Dit kan door middel van een kijkoperatie in de buik waarbij de eileiders van buitenaf worden afgesloten, of door middel van een kijkoperatie via een schede waarbij vanuit de binnenkant, via de baarmoederholte, de eileiders worden afgesloten.
Wat is een sterilisatie, sterilisatie bij de vrouw of bij de man?
Bij elke sterilisatie gaat het erom dat de zaadcellen en de eicel elkaar niet kunnen bereiken, zodat er geen zwangerschap kan ontstaan. Sterilisatie bij de vrouw is een operatie waarbij de eileiders door de gynaecoloog worden afgesloten, dit kan zowel van buitenaf door middel van een kijkoperatie in de buik of van binnenuit door middel van een kijkoperatie via de schede. Bij sterilisatie van de man worden door de uroloog onder plaatselijke verdoving de zaadstrengen afgebonden. Sterilisatie bij de man of bij de vrouw via de schede is relatief eenvoudig uit te voeren, poliklinisch met zo nodig plaatselijke verdoving. Het risico op complicaties is hierbij klein. Zelfs na een sterilisatie is er een kleine kans op een zwangerschap. De kans op zwangerschap bij sterilisatie van de man is ongeveer 1 op 2.000.
Na een sterilisatie bestaat er altijd een kans op (hernieuwde) kinderwens, bijvoorbeeld wanneer u een nieuwe relatie aangaat. U kunt dan spijt krijgen dat u zich hebt laten steriliseren.
De kans op spijt is groter als u jong bent, als er relatieproblemen bestaan tijdens de sterilisatie of als de sterilisatie plaatsvindt tijdens of kort na een zwangerschap.
- Jonge leeftijd. Uw levensomstandigheden kunnen (onverwacht) veranderen. Gebleken is dat 20% van de vrouwen onder de dertig jaar later spijt heeft van de sterilisatie; van de vrouwen die bij de sterilisatie dertig jaar of ouder waren, is dat 6%.
- Relatieproblemen op moment van de sterilisatie. Als u ten tijde van de sterilisatie relatieproblemen hebt, is de kans op spijt later groter.
- Een sterilisatie gelijk met een zwangerschapsafbreking, tijdens een keizersnede of kort na een bevalling
Vrouwen die zich laten steriliseren direct na een zwangerschapsafbreking (abortus provocatus) blijken vaker spijt te hebben van hun sterilisatie dan andere vrouwen. Een overhaaste beslissing tot sterilisatie of relatieproblemen spelen daarbij soms een rol.
Vrouwen die tijdens een keizersnede of kort na een bevalling een sterilisatie krijgen, blijken ook vaker spijt te hebben dan vrouwen die zich laten steriliseren als hun jongste kind één jaar of ouder is. Dit kan te maken hebben met de zwangerschap, maar ook met het kind zelf:
In het eerste levensjaar van een kind is er een grotere kans op een ernstige ziekte of wiegendood.
bestaan er
De sterilisatie vindt meestal plaats via een kijkoperatie in de buik of via de schede. Heel soms worden de eileiders tijdens een 'echte' buikoperatie afgesloten, bijvoorbeeld tijdens een keizersnede.
Een kijkoperatie in de buik (laparoscopie)
De gynaecoloog kan de eileiders op verschillende manieren afsluiten: met ringetjes (Falope ringen) of met clips (Filshie clips). Minder vaak worden de eileiders dicht gebrand (coagulatie) en soms ook nog doorgeknipt.
Een kijkoperatie in de baarmoeder (hysteroscopie)
De hysteroscopische methode, ook wel Essure methode genoemd, wordt in vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen toegepast. Bij deze methode wordt een veertje gemaakt van roestvrijstaal, nikkel, titanium en polyester vezels in de eileider geplaatst. Door de polyester vezels groeien de eileiders in ongeveer drie maanden dicht.
Een buikoperatie
De gynaecoloog kan ook een sterilisatie doen tijdens een buikoperatie, zoals bijvoorbeeld bij een keizersnede. Daarbij kunnen ringetjes of clips worden gebruikt maar soms zijn de eileiders daarvoor te dik. Dan kunnen ze worden afgebonden met hechtdraad of worden dicht gebrand of deels verwijderd.
Hoe verloopt een sterilisatie?
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat u tijdens de sterilisatie niet zwanger bent of dat er niet net een bevruchting heeft plaatsgevonden. Bespreek dit met de gynaecoloog.
Laparoscopie
De laparoscopische ingreep gebeurt meestal in dagbehandeling onder algehele verdoving (narcose). De ingreep duurt ongeveer een half uur. De gynaecoloog maakt in de onderrand van de navel een sneetje van ongeveer 1 cm en brengt een holle naald in de buikholte. Via deze naald wordt de buik opgeblazen om de eileiders door de kijkbuis te kunnen zien. Door een tweede sneetje boven het schaambeen wordt een instrument ingebracht om de sterilisatie uit te voeren.
Hysteroscopie
De hysteroscopische ingreep gebeurt poliklinisch of in dagbehandeling en duurt ongeveer een half uur. Afhankelijk van de methode en de gebruikte apparatuur kan de baarmoedermond eventueel verdoofd worden en zo nodig iets opgerekt, meestal is deze verdoving echter niet nodig. U neemt plaats op een gynaecologische stoel en de gynaecoloog brengt via de schede een kijkbuis in de baarmoederholte. Om de eileideropeningen in de baarmoeder zichtbaar te maken, wordt via de kijkbuis vloeistof in de baarmoederholte gebracht, waardoor deze iets uitzet. Met een katheter kan de gynaecoloog nu in beide eileiders een speciaal veertje plaatsen.
Zoals bij elke operatie kunnen er bijwerkingen en complicaties optreden. Deze zijn verschillend voor de laparoscopische en hysteroscopische sterilisatie.
Bij een laparoscopische sterilisatie kunnen er complicaties optreden ten gevolge van de algehele narcose of ten gevolge van de instrumenten die door de buikwand worden ingebracht.
Bij de hysteroscopische sterilisatie zijn de risico’s lager en minder ernstig.
Bij beide sterilisaties bestaat er een (klein) risico op infectie en op mislukken van de sterilisatie en is er een (geringe) kans op zwangerschap.
Na de sterilisatie komt uw eigen cyclus weer op gang (of blijft bestaan). Omdat het bloedverlies of de pijn tijdens de menstruatie hierbij kan tegenvallen, besluiten sommige vrouwen na de sterilisatie alsnog weer de pil te gebruiken.
Laparoscopische sterilisatie
Een laparoscopische sterilisatie lukt niet altijd. Door overgewicht of eerdere buikoperaties kan het inbrengen van de naald of de kijkbuis lastig zijn. Soms lukt het niet om de ringetjes of de clips op de juiste manier te plaatsen. Een enkele keer kan de gynaecoloog de eileiders niet zien door verklevingen. Dit komt vaker voor bij vrouwen die buikvliesontsteking, eileiderontsteking of eerdere buikoperatie(s) hebben meegemaakt. Er zijn op dat moment twee mogelijkheden: de operatie stoppen of de buik openmaken met een grotere snede (een zogenaamde bikinisnede) ). Als u bezwaar heeft tegen een dergelijke buikoperatie is het verstandig dit van tevoren aan de gynaecoloog te vertellen.
Soms zijn de eileiders te dik of scheuren ze; dan is het onmogelijk om ringetjes of clipjes aan te brengen. Het kan ook voorkomen dat de eileiders moeilijk vast te pakken zijn met het instrument waarmee de sterilisatie wordt uitgevoerd. De gynaecoloog maakt dan een derde sneetje in de zijkant van de buik.
Bij zeer hoge uitzondering (minder dan 1 op de 1.000 vrouwen) treedt een complicatie op waarvoor een buikoperatie noodzakelijk is. Voorbeelden zijn beschadiging van de darm of blaas of een bloeding. Deze complicaties zijn in het algemeen goed te behandelen, maar vragen een langere ziekenhuisopname en een langduriger herstel en een hoogst enkele keer is het herstel niet zonder blijvende klachten.
Hysteroscopische sterilisatie
Ook de hysteroscopische operatie lukt niet altijd. Bij 5-10% van de vrouwen is het onmogelijk om een katheter in de eileider te plaatsen. Het kan zijn dat de eileider afgesloten is als gevolg van een eerdere ontsteking; het is ook mogelijk dat baarmoeder en/of de eileiders ongunstig liggen. Dit wordt tijdens de ingreep direct duidelijk.
Na een laparoscopische sterilisatie kunt u buikpijn hebben; zo nodig krijgt u hiervoor een pijnstiller. De pijn vermindert meestal de eerste uren na de sterilisatie en verdwijnt aan het eind van de dag, maar bij sommige vrouwen blijft hij nog een paar dagen bestaan. Ook schouderpijn komt na een laparoscopische sterilisatie voor door het opblazen van de buik en verdwijnt meestal dezelfde dag. Soms kunt u enkele dagen na de ingreep wat bloed uit de schede verliezen.
De wondjes in uw buik zijn meestal gehecht. Voor ontslag uit het ziekenhuis hoort u of de hechtingen moeten worden verwijderd of vanzelf oplossen. Met de hechtingen kun u gewoon douchen of in bad gaan. Na een hysteroscopische sterilisatie vermindert en verdwijnt het lichte menstruatiegevoel meestal binnen een paar uur.
U kunt de eerste week na de ingreep wat bloed verliezen via de vagina. U moet contact opnemen met het ziekenhuis als u hevig bloedverlies heeft, bij toenemende buikpijn of bij koorts. Een laparoscopische sterilisatie is direct na de operatie betrouwbaar als anticonceptie.
Na een hysteroscopische sterilisatie moet u drie maanden nog aanvullend anticonceptie gebruiken omdat de eileiders nog moeten dichtgroeien. Na drie maanden vindt controle plaats door middel van een röntgenfoto van de buik en/of door middel van een inwendige echo of bij twijfel door middel van het testen van de doorgankelijkheid van de eileiders door middel van een HSG, hysterosalpingogram. In enkele gevallen blijkt na drie maanden dat één of beide veertjes de eileider niet afsluit of dat de sterilisatie niet is geslaagd door perforatie of verkeerde positie van het veertje. Indien er sprake blijkt van een verkeerde positie van het veertje zal dit meestal moeten worden verwijderd door middel van een hysteroscopie of laparoscopie.
Door een klein aantal vrouwen zijn klachten gemeld na Essure-sterilisatie, die mogelijk verband houden met een allergische reactie of andere bijwerking van de methode. De gemelde klachten bestaan onder andere uit pijn, huidirritatie, gewichtsschommelingen, abnormaal bloedverlies en stemmingswisselingen.
De kans op zwangerschap na een sterilisatie
Een sterilisatie biedt geen 100% garantie dat u nooit meer zwanger zult worden, al is de kans op zwangerschap klein. Deze kans is afhankelijk van uw leeftijd: naarmate u jonger bent, is de kans groter.
Laparoscopische sterilisatie
In het voorkomen van een zwangerschap zijn clipjes even betrouwbaar als ringetjes. Na de sterilisatie is de kans op zwangerschap 2-5 op de 1.000 vrouwen. Na dichtbranden van de eileiders is de kans op een zwangerschap groter, tenzij ze bijna helemaal worden dicht gebrand. Wanneer er toch een zwangerschap na laparoscopische sterilisatie optreedt, is er een grote kans dat deze zich buiten de baarmoeder bevindt (zie folder buitenbaarmoederlijke zwangerschap)
Hysteroscopische sterilisatie
Na een hysteroscopische sterilisatie lijkt de kans op zwangerschap 0-4 op de 1000 vrouwen. In de meeste gevallen wordt de zwangerschap veroorzaakt doordat een eileider niet goed wordt afgesloten door een verkeerde positie of perforatie van een veertje.
Kan de sterilisatie ongedaan worden gemaakt?
Sterilisatie is in principe een definitieve ingreep en u moet deze dus alleen laten uitvoeren als de kans dat u er spijt van krijgt, klein is.
Na een laparoscopische sterilisatie kunnen de eileiders worden hersteld. Hiervoor is een speciale operatie nodig, die relatief zwaar is. De kans op zwangerschap na een dergelijke hersteloperatie is in het gunstigste geval ongeveer 40-85 procent en hangt onder andere af van de gebruikte sterilisatiemethode en de plaats waar de eileiders zijn afgesloten. De kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap na een geslaagde hersteloperatie na een laparoscopische sterilisatie, is licht verhoogd (ongeveer 2%).
Een Essure-sterilisatie is onomkeerbaar. De sterilisatie kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Wel kunnen de veertjes laparoscopisch worden verwijderd bij pijnklachten of allergische reactie, die mogelijk wordt door de veertjes veroorzaakt. rouwen die spijt hebben van de sterilisatie met Essure en opnieuw kinderwens hebben, zullen een IVF-behandeling moeten ondergaan om zwanger te kunnen worden. Indien bij vrouwen met Essure de baarmoeder moet worden verwijderd (om welke reden dan ook) is het van belang dat de gynaecoloog weet dat er eerder een Essure-sterilisatie heeft plaatsgevonden. De gynaecoloog zal dan beide eileiders met Essure verwijderen, ter voorkoming dat deeltjes van de Essure in de buik komen.
Als u niet helemaal zeker bent van de wens tot sterilisatie of emotioneel in moeilijke omstandigheden verkeert, kunt u de beslissing beter uitstellen.
Vrouwen die in het verleden last hadden van abnormaal bloedverlies of hevige menstruaties kunnen deze weer terugkrijgen na de sterilisatie als zij stoppen met hormonale anticonceptie.
Indien zij daar later een endometriumablatie voor ondergaan, kan dit soms de oorzaak zijn van dat zij na de sterilisatie klachten van buikpijn en aanhoudend bloedverlies ontwikkelen.
Vrouwen met overgewicht of eerdere buikoperaties hebben een verhoogde kans dat een laparoscopische sterilisatie mislukt.
Vrouwen die bekend zijn met een pijnsyndroom, zoals bijv fibromyalgie, hevig allergisch reageren op metalen (bijv nikkel ) of een reeds bestaande aandoening aan de baarmoeder (vleesbomen, adenomyosis), hebben mogelijk een verhoogde kans op klachten van buikpijn, vermoeidheid of abnormaal bloedverlies na Essure-sterilisatie.
Tot slot
Het is belangrijk dat u zeker bent van uw beslissing om u te laten steriliseren. Twijfelt u, neem dan meer tijd. Overleg ook met uw huisarts en overweeg eventueel minder definitieve vormen. Sterilisatie kan een emotionele gebeurtenis zijn. Sommige vrouwen vinden hun seksuele leven verbeterd. In hormonaal opzicht verandert er niets, tenzij u daarvoor hormonale anticonceptie hebt gebruikt: dan komt uw eigen menstruatiecyclus weer op gang.
Sterilisatie zit niet in het basispakket. Overleg zo nodig met uw ziektekostenverzekeraar of de sterilisatie wordt vergoed; dit verschilt per verzekering en verzekeraar. Indien de sterilisatie volledig wordt vergoed, zal er in de meeste gevallen geen igen risico worden verrekend. Dit geldt niet voor de nacontrole met echo of röntgenfoto’s na drie maanden.
Deze informatie is overgenomen vanuit de website DeGynaecoloog met aanpassingen die gelden voor het geboortecentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis.
Deze website met patiënteninformatie is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstretrie en Gynaecologie (NVOG)
Een sterilisatie is een permanente of definitieve vorm van anticonceptie waarbij bij de vrouw beide eileiders worden afgesloten. Dit kan door middel van een kijkoperatie in de buik waarbij de eileiders van buitenaf worden afgesloten, of door middel van een kijkoperatie via een schede waarbij vanuit de binnenkant, via de baarmoederholte, de eileiders worden afgesloten.
Wat is een sterilisatie, sterilisatie bij de vrouw of bij de man?
Bij elke sterilisatie gaat het erom dat de zaadcellen en de eicel elkaar niet kunnen bereiken, zodat er geen zwangerschap kan ontstaan. Sterilisatie bij de vrouw is een operatie waarbij de eileiders door de gynaecoloog worden afgesloten, dit kan zowel van buitenaf door middel van een kijkoperatie in de buik of van binnenuit door middel van een kijkoperatie via de schede. Bij sterilisatie van de man worden door de uroloog onder plaatselijke verdoving de zaadstrengen afgebonden. Sterilisatie bij de man of bij de vrouw via de schede is relatief eenvoudig uit te voeren, poliklinisch met zo nodig plaatselijke verdoving. Het risico op complicaties is hierbij klein. Zelfs na een sterilisatie is er een kleine kans op een zwangerschap. De kans op zwangerschap bij sterilisatie van de man is ongeveer 1 op 2.000.
Na een sterilisatie bestaat er altijd een kans op (hernieuwde) kinderwens, bijvoorbeeld wanneer u een nieuwe relatie aangaat. U kunt dan spijt krijgen dat u zich hebt laten steriliseren.
De kans op spijt is groter als u jong bent, als er relatieproblemen bestaan tijdens de sterilisatie of als de sterilisatie plaatsvindt tijdens of kort na een zwangerschap.
- Jonge leeftijd. Uw levensomstandigheden kunnen (onverwacht) veranderen. Gebleken is dat 20% van de vrouwen onder de dertig jaar later spijt heeft van de sterilisatie; van de vrouwen die bij de sterilisatie dertig jaar of ouder waren, is dat 6%.
- Relatieproblemen op moment van de sterilisatie. Als u ten tijde van de sterilisatie relatieproblemen hebt, is de kans op spijt later groter.
- Een sterilisatie gelijk met een zwangerschapsafbreking, tijdens een keizersnede of kort na een bevalling
Vrouwen die zich laten steriliseren direct na een zwangerschapsafbreking (abortus provocatus) blijken vaker spijt te hebben van hun sterilisatie dan andere vrouwen. Een overhaaste beslissing tot sterilisatie of relatieproblemen spelen daarbij soms een rol.
Vrouwen die tijdens een keizersnede of kort na een bevalling een sterilisatie krijgen, blijken ook vaker spijt te hebben dan vrouwen die zich laten steriliseren als hun jongste kind één jaar of ouder is. Dit kan te maken hebben met de zwangerschap, maar ook met het kind zelf:
In het eerste levensjaar van een kind is er een grotere kans op een ernstige ziekte of wiegendood.
bestaan er
De sterilisatie vindt meestal plaats via een kijkoperatie in de buik of via de schede. Heel soms worden de eileiders tijdens een 'echte' buikoperatie afgesloten, bijvoorbeeld tijdens een keizersnede.
Een kijkoperatie in de buik (laparoscopie)
De gynaecoloog kan de eileiders op verschillende manieren afsluiten: met ringetjes (Falope ringen) of met clips (Filshie clips). Minder vaak worden de eileiders dicht gebrand (coagulatie) en soms ook nog doorgeknipt.
Een kijkoperatie in de baarmoeder (hysteroscopie)
De hysteroscopische methode, ook wel Essure methode genoemd, wordt in vrijwel alle Nederlandse ziekenhuizen toegepast. Bij deze methode wordt een veertje gemaakt van roestvrijstaal, nikkel, titanium en polyester vezels in de eileider geplaatst. Door de polyester vezels groeien de eileiders in ongeveer drie maanden dicht.
Een buikoperatie
De gynaecoloog kan ook een sterilisatie doen tijdens een buikoperatie, zoals bijvoorbeeld bij een keizersnede. Daarbij kunnen ringetjes of clips worden gebruikt maar soms zijn de eileiders daarvoor te dik. Dan kunnen ze worden afgebonden met hechtdraad of worden dicht gebrand of deels verwijderd.
Hoe verloopt een sterilisatie?
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat u tijdens de sterilisatie niet zwanger bent of dat er niet net een bevruchting heeft plaatsgevonden. Bespreek dit met de gynaecoloog.
Laparoscopie
De laparoscopische ingreep gebeurt meestal in dagbehandeling onder algehele verdoving (narcose). De ingreep duurt ongeveer een half uur. De gynaecoloog maakt in de onderrand van de navel een sneetje van ongeveer 1 cm en brengt een holle naald in de buikholte. Via deze naald wordt de buik opgeblazen om de eileiders door de kijkbuis te kunnen zien. Door een tweede sneetje boven het schaambeen wordt een instrument ingebracht om de sterilisatie uit te voeren.
Hysteroscopie
De hysteroscopische ingreep gebeurt poliklinisch of in dagbehandeling en duurt ongeveer een half uur. Afhankelijk van de methode en de gebruikte apparatuur kan de baarmoedermond eventueel verdoofd worden en zo nodig iets opgerekt, meestal is deze verdoving echter niet nodig. U neemt plaats op een gynaecologische stoel en de gynaecoloog brengt via de schede een kijkbuis in de baarmoederholte. Om de eileideropeningen in de baarmoeder zichtbaar te maken, wordt via de kijkbuis vloeistof in de baarmoederholte gebracht, waardoor deze iets uitzet. Met een katheter kan de gynaecoloog nu in beide eileiders een speciaal veertje plaatsen.
Zoals bij elke operatie kunnen er bijwerkingen en complicaties optreden. Deze zijn verschillend voor de laparoscopische en hysteroscopische sterilisatie.
Bij een laparoscopische sterilisatie kunnen er complicaties optreden ten gevolge van de algehele narcose of ten gevolge van de instrumenten die door de buikwand worden ingebracht.
Bij de hysteroscopische sterilisatie zijn de risico’s lager en minder ernstig.
Bij beide sterilisaties bestaat er een (klein) risico op infectie en op mislukken van de sterilisatie en is er een (geringe) kans op zwangerschap.
Na de sterilisatie komt uw eigen cyclus weer op gang (of blijft bestaan). Omdat het bloedverlies of de pijn tijdens de menstruatie hierbij kan tegenvallen, besluiten sommige vrouwen na de sterilisatie alsnog weer de pil te gebruiken.
Laparoscopische sterilisatie
Een laparoscopische sterilisatie lukt niet altijd. Door overgewicht of eerdere buikoperaties kan het inbrengen van de naald of de kijkbuis lastig zijn. Soms lukt het niet om de ringetjes of de clips op de juiste manier te plaatsen. Een enkele keer kan de gynaecoloog de eileiders niet zien door verklevingen. Dit komt vaker voor bij vrouwen die buikvliesontsteking, eileiderontsteking of eerdere buikoperatie(s) hebben meegemaakt. Er zijn op dat moment twee mogelijkheden: de operatie stoppen of de buik openmaken met een grotere snede (een zogenaamde bikinisnede) ). Als u bezwaar heeft tegen een dergelijke buikoperatie is het verstandig dit van tevoren aan de gynaecoloog te vertellen.
Soms zijn de eileiders te dik of scheuren ze; dan is het onmogelijk om ringetjes of clipjes aan te brengen. Het kan ook voorkomen dat de eileiders moeilijk vast te pakken zijn met het instrument waarmee de sterilisatie wordt uitgevoerd. De gynaecoloog maakt dan een derde sneetje in de zijkant van de buik.
Bij zeer hoge uitzondering (minder dan 1 op de 1.000 vrouwen) treedt een complicatie op waarvoor een buikoperatie noodzakelijk is. Voorbeelden zijn beschadiging van de darm of blaas of een bloeding. Deze complicaties zijn in het algemeen goed te behandelen, maar vragen een langere ziekenhuisopname en een langduriger herstel en een hoogst enkele keer is het herstel niet zonder blijvende klachten.
Hysteroscopische sterilisatie
Ook de hysteroscopische operatie lukt niet altijd. Bij 5-10% van de vrouwen is het onmogelijk om een katheter in de eileider te plaatsen. Het kan zijn dat de eileider afgesloten is als gevolg van een eerdere ontsteking; het is ook mogelijk dat baarmoeder en/of de eileiders ongunstig liggen. Dit wordt tijdens de ingreep direct duidelijk.
Na een laparoscopische sterilisatie kunt u buikpijn hebben; zo nodig krijgt u hiervoor een pijnstiller. De pijn vermindert meestal de eerste uren na de sterilisatie en verdwijnt aan het eind van de dag, maar bij sommige vrouwen blijft hij nog een paar dagen bestaan. Ook schouderpijn komt na een laparoscopische sterilisatie voor door het opblazen van de buik en verdwijnt meestal dezelfde dag. Soms kunt u enkele dagen na de ingreep wat bloed uit de schede verliezen.
De wondjes in uw buik zijn meestal gehecht. Voor ontslag uit het ziekenhuis hoort u of de hechtingen moeten worden verwijderd of vanzelf oplossen. Met de hechtingen kun u gewoon douchen of in bad gaan. Na een hysteroscopische sterilisatie vermindert en verdwijnt het lichte menstruatiegevoel meestal binnen een paar uur.
U kunt de eerste week na de ingreep wat bloed verliezen via de vagina. U moet contact opnemen met het ziekenhuis als u hevig bloedverlies heeft, bij toenemende buikpijn of bij koorts. Een laparoscopische sterilisatie is direct na de operatie betrouwbaar als anticonceptie.
Na een hysteroscopische sterilisatie moet u drie maanden nog aanvullend anticonceptie gebruiken omdat de eileiders nog moeten dichtgroeien. Na drie maanden vindt controle plaats door middel van een röntgenfoto van de buik en/of door middel van een inwendige echo of bij twijfel door middel van het testen van de doorgankelijkheid van de eileiders door middel van een HSG, hysterosalpingogram. In enkele gevallen blijkt na drie maanden dat één of beide veertjes de eileider niet afsluit of dat de sterilisatie niet is geslaagd door perforatie of verkeerde positie van het veertje. Indien er sprake blijkt van een verkeerde positie van het veertje zal dit meestal moeten worden verwijderd door middel van een hysteroscopie of laparoscopie.
Door een klein aantal vrouwen zijn klachten gemeld na Essure-sterilisatie, die mogelijk verband houden met een allergische reactie of andere bijwerking van de methode. De gemelde klachten bestaan onder andere uit pijn, huidirritatie, gewichtsschommelingen, abnormaal bloedverlies en stemmingswisselingen.
De kans op zwangerschap na een sterilisatie
Een sterilisatie biedt geen 100% garantie dat u nooit meer zwanger zult worden, al is de kans op zwangerschap klein. Deze kans is afhankelijk van uw leeftijd: naarmate u jonger bent, is de kans groter.
Laparoscopische sterilisatie
In het voorkomen van een zwangerschap zijn clipjes even betrouwbaar als ringetjes. Na de sterilisatie is de kans op zwangerschap 2-5 op de 1.000 vrouwen. Na dichtbranden van de eileiders is de kans op een zwangerschap groter, tenzij ze bijna helemaal worden dicht gebrand. Wanneer er toch een zwangerschap na laparoscopische sterilisatie optreedt, is er een grote kans dat deze zich buiten de baarmoeder bevindt (zie folder buitenbaarmoederlijke zwangerschap)
Hysteroscopische sterilisatie
Na een hysteroscopische sterilisatie lijkt de kans op zwangerschap 0-4 op de 1000 vrouwen. In de meeste gevallen wordt de zwangerschap veroorzaakt doordat een eileider niet goed wordt afgesloten door een verkeerde positie of perforatie van een veertje.
Kan de sterilisatie ongedaan worden gemaakt?
Sterilisatie is in principe een definitieve ingreep en u moet deze dus alleen laten uitvoeren als de kans dat u er spijt van krijgt, klein is.
Na een laparoscopische sterilisatie kunnen de eileiders worden hersteld. Hiervoor is een speciale operatie nodig, die relatief zwaar is. De kans op zwangerschap na een dergelijke hersteloperatie is in het gunstigste geval ongeveer 40-85 procent en hangt onder andere af van de gebruikte sterilisatiemethode en de plaats waar de eileiders zijn afgesloten. De kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap na een geslaagde hersteloperatie na een laparoscopische sterilisatie, is licht verhoogd (ongeveer 2%).
Een Essure-sterilisatie is onomkeerbaar. De sterilisatie kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Wel kunnen de veertjes laparoscopisch worden verwijderd bij pijnklachten of allergische reactie, die mogelijk wordt door de veertjes veroorzaakt. rouwen die spijt hebben van de sterilisatie met Essure en opnieuw kinderwens hebben, zullen een IVF-behandeling moeten ondergaan om zwanger te kunnen worden. Indien bij vrouwen met Essure de baarmoeder moet worden verwijderd (om welke reden dan ook) is het van belang dat de gynaecoloog weet dat er eerder een Essure-sterilisatie heeft plaatsgevonden. De gynaecoloog zal dan beide eileiders met Essure verwijderen, ter voorkoming dat deeltjes van de Essure in de buik komen.
Als u niet helemaal zeker bent van de wens tot sterilisatie of emotioneel in moeilijke omstandigheden verkeert, kunt u de beslissing beter uitstellen.
Vrouwen die in het verleden last hadden van abnormaal bloedverlies of hevige menstruaties kunnen deze weer terugkrijgen na de sterilisatie als zij stoppen met hormonale anticonceptie.
Indien zij daar later een endometriumablatie voor ondergaan, kan dit soms de oorzaak zijn van dat zij na de sterilisatie klachten van buikpijn en aanhoudend bloedverlies ontwikkelen.
Vrouwen met overgewicht of eerdere buikoperaties hebben een verhoogde kans dat een laparoscopische sterilisatie mislukt.
Vrouwen die bekend zijn met een pijnsyndroom, zoals bijv fibromyalgie, hevig allergisch reageren op metalen (bijv nikkel ) of een reeds bestaande aandoening aan de baarmoeder (vleesbomen, adenomyosis), hebben mogelijk een verhoogde kans op klachten van buikpijn, vermoeidheid of abnormaal bloedverlies na Essure-sterilisatie.
Tot slot
Het is belangrijk dat u zeker bent van uw beslissing om u te laten steriliseren. Twijfelt u, neem dan meer tijd. Overleg ook met uw huisarts en overweeg eventueel minder definitieve vormen. Sterilisatie kan een emotionele gebeurtenis zijn. Sommige vrouwen vinden hun seksuele leven verbeterd. In hormonaal opzicht verandert er niets, tenzij u daarvoor hormonale anticonceptie hebt gebruikt: dan komt uw eigen menstruatiecyclus weer op gang.
Sterilisatie zit niet in het basispakket. Overleg zo nodig met uw ziektekostenverzekeraar of de sterilisatie wordt vergoed; dit verschilt per verzekering en verzekeraar. Indien de sterilisatie volledig wordt vergoed, zal er in de meeste gevallen geen igen risico worden verrekend. Dit geldt niet voor de nacontrole met echo of röntgenfoto’s na drie maanden.
Deze informatie is overgenomen vanuit de website DeGynaecoloog met aanpassingen die gelden voor het geboortecentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis.
Deze website met patiënteninformatie is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstretrie en Gynaecologie (NVOG)