Neonatale Convulsies
■ Hoe het ontstaat
■ Verschijnselen
■ Onderzoek
■ Behandeling
■ Vooruitzichten
■ Emotionele gevolgen
Neonatale Convulsies •
Meer informatie
De meest voorkomende oorzaak van convulsies (epileptische activiteit) bij een pasgeborene is zuurstoftekort in de hersenen. Andere oorzaken kunnen zijn:
- hersenbloedingen
- abnormaal lage bloedspiegels van glucose (hypoglykemie) en calcium (hypocalciëmie)
- bepaalde infecties, zoals een bacteriële hersenvlies-ontsteking
- aanlegstoornis van de hersenen
- problemen in de stofwisseling
Bij de geboorte kan tijdelijk zuurstoftekort ontstaan. Bijvoorbeeld door een placenta die los is geraakt of door een zeer moeizame bevalling. Dat heeft op alle organen invloed, maar vooral de hersenen zijn kwetsbaar. Neonatale convulsies kunnen het gevolg zijn.
Het is belangrijk om deze convulsies op tijd te herkennen en te behandelen, omdat deze convulsies zelf ook weer schadelijk kunnen zijn voor de hersenen.
Convulsies bij de pasgeborene kunnen zich op veel verschillende manieren uiten. Bij pasgeborenen onderscheiden we vier verschillende typen:
- subtiel
- klonisch
- tonisch
- myoklonisch
Bij de meeste van deze typen zijn de verschijnselen beperkt tot één bepaald deel van het lichaam (focaal) of zijn een aantal delen tegelijk betrokken (multifocaal). Soms is het hele lichaam betrokken bij de aanval (gegeneraliseerd).
Subtiele stuipen
Subtiele stuipen doen zich voor bij te vroeg geboren (premature) en voldragen zuigelingen. Verschijnselen zijn:
- oogafwijkingen en veelvuldig knipperen met de ogen
- variatie in ademhalingsfrequentie
- verhoogde speekselvorming
- herhaalde bewegingen van tong en mond
Klonische stuipen
Klonische stuipen ontstaan bij voldragen zuigelingen.
Verschijnselen zijn:
- ritmische, herhaalde, trekkende bewegingen die zowel multifocaal als focaal kunnen zijn.
Tonische stuipen
Tonische stuipen doen zich voornamelijk voor bij te vroeg geboren zuigelingen.
Verschijnselen zijn:
- verstijving op van verschillende delen van het lichaam
- een verstarde houding van romp en ledematen
- Tonische aanvallen kunnen focaal of gegeneraliseerd zijn.
Myoklonische stuipen
Myklonische stuipen zijn zeldzaam. We zien dan vooral korte trekkingen van de ledematen. Deze trekkingen zien we vaker bij de armen dan bij de benen.
Soms uiten convulsies zich vanuit het onwillekeurige (of autonome) zenuwstelsel. Dat is het zenuwstelsel dat vooral de werking van de inwendige organen regelt. Dat gaat vanzelf. We kunnen hier geen invloed op uitoefenen. Bij convulsies die zich voordoen vanuit het onwillekeurige zenuwstelsel zien we saturatiedalingen of veranderingen in de bloeddruk. Bij een groot deel van de convulsies bij pasgeborenen zijn de verschijnselen niet direct zichtbaar. We zien dan alleen op het hersenfilmpje epileptische activiteit . Dat noemen we “stille epilepsie”.
We stellen de diagnose in eerste instantie op basis van de verschijnselen die we zien bij de baby en door een lichamelijk onderzoek. Om het zeker te weten, wordt de hersenactiviteit gemonitord door middel van het CFM (aEEG onderzoek waarbij 5 naaldjes net onder de huid op het hoofdje worden ingebracht om de hersenactiviteit te kunnen registreren).
Convulsies kunnen zich bij een pasgeborene op zeer wisselende manieren uiten.
We zien soms subtiele bewegingspatronen, maar ook zeer extreme bewegingspatronen. Soms zien we op het eerste gezicht nauwelijks verschijnselen.
Daarom wordt op de intensive care van de neonatologie al sinds 1992 gebruik gemaakt van de Cerebrale Functie Monitor (CFM). Daarmee hebben wij de mogelijkheid om op de afdeling continue de hersenfuncties te registeren en dus convulsies goed te kunnen diagnostiseren en te vervolgen.
Om de oorzaak te achterhalen zijn aanvullende onderzoeken nodig. We maken gebruik van beeldvormende onderzoeken, zoals echografie, CT- en MRI-scans en laboratoriumonderzoeken van bloed, urine en hersenvocht.
Vroege herkenning en behandeling van convulsies zijn belangrijk. Daarmee kunnen we hersenbeschadiging zoveel mogelijk voorkomen of beperken. We behandelen convulsies bij pasgeborenen met geneesmiddelen tegen epilepsie (anti-epileptica). We nemen maatregelen om zo nodig de ademhaling te ondersteunen en we doen er alles aan om een passende behandeling in te stellen.
De prognose van convulsies bij pasgeborenen wisselt en hangt sterk samen met de oorzaak en de ernst van de aandoening. Complicaties op de lange termijn zijn onder meer:
- epilepsie
- een geestelijke ontwikkelingsachterstand
Als uw kind convulsies heeft, volgt er voor u een spannende tijd vol met onzekerheden:
- Lost het lichaam het probleem zelf op?
- Is de behandeling met medicatie voldoende om de convulsies te onderdrukken?
- Hebben de convulsies invloed op de ontwikkeling van mijn kind?
- Welke complicaties kunnen er optreden?
Al deze vragen kunt u bespreken met de behandelend arts en/of de verpleegkundige.
De meest voorkomende oorzaak van convulsies (epileptische activiteit) bij een pasgeborene is zuurstoftekort in de hersenen. Andere oorzaken kunnen zijn:
- hersenbloedingen
- abnormaal lage bloedspiegels van glucose (hypoglykemie) en calcium (hypocalciëmie)
- bepaalde infecties, zoals een bacteriële hersenvlies-ontsteking
- aanlegstoornis van de hersenen
- problemen in de stofwisseling
Bij de geboorte kan tijdelijk zuurstoftekort ontstaan. Bijvoorbeeld door een placenta die los is geraakt of door een zeer moeizame bevalling. Dat heeft op alle organen invloed, maar vooral de hersenen zijn kwetsbaar. Neonatale convulsies kunnen het gevolg zijn.
Het is belangrijk om deze convulsies op tijd te herkennen en te behandelen, omdat deze convulsies zelf ook weer schadelijk kunnen zijn voor de hersenen.
Convulsies bij de pasgeborene kunnen zich op veel verschillende manieren uiten. Bij pasgeborenen onderscheiden we vier verschillende typen:
- subtiel
- klonisch
- tonisch
- myoklonisch
Bij de meeste van deze typen zijn de verschijnselen beperkt tot één bepaald deel van het lichaam (focaal) of zijn een aantal delen tegelijk betrokken (multifocaal). Soms is het hele lichaam betrokken bij de aanval (gegeneraliseerd).
Subtiele stuipen
Subtiele stuipen doen zich voor bij te vroeg geboren (premature) en voldragen zuigelingen. Verschijnselen zijn:
- oogafwijkingen en veelvuldig knipperen met de ogen
- variatie in ademhalingsfrequentie
- verhoogde speekselvorming
- herhaalde bewegingen van tong en mond
Klonische stuipen
Klonische stuipen ontstaan bij voldragen zuigelingen.
Verschijnselen zijn:
- ritmische, herhaalde, trekkende bewegingen die zowel multifocaal als focaal kunnen zijn.
Tonische stuipen
Tonische stuipen doen zich voornamelijk voor bij te vroeg geboren zuigelingen.
Verschijnselen zijn:
- verstijving op van verschillende delen van het lichaam
- een verstarde houding van romp en ledematen
- Tonische aanvallen kunnen focaal of gegeneraliseerd zijn.
Myoklonische stuipen
Myklonische stuipen zijn zeldzaam. We zien dan vooral korte trekkingen van de ledematen. Deze trekkingen zien we vaker bij de armen dan bij de benen.
Soms uiten convulsies zich vanuit het onwillekeurige (of autonome) zenuwstelsel. Dat is het zenuwstelsel dat vooral de werking van de inwendige organen regelt. Dat gaat vanzelf. We kunnen hier geen invloed op uitoefenen. Bij convulsies die zich voordoen vanuit het onwillekeurige zenuwstelsel zien we saturatiedalingen of veranderingen in de bloeddruk. Bij een groot deel van de convulsies bij pasgeborenen zijn de verschijnselen niet direct zichtbaar. We zien dan alleen op het hersenfilmpje epileptische activiteit . Dat noemen we “stille epilepsie”.
We stellen de diagnose in eerste instantie op basis van de verschijnselen die we zien bij de baby en door een lichamelijk onderzoek. Om het zeker te weten, wordt de hersenactiviteit gemonitord door middel van het CFM (aEEG onderzoek waarbij 5 naaldjes net onder de huid op het hoofdje worden ingebracht om de hersenactiviteit te kunnen registreren).
Convulsies kunnen zich bij een pasgeborene op zeer wisselende manieren uiten.
We zien soms subtiele bewegingspatronen, maar ook zeer extreme bewegingspatronen. Soms zien we op het eerste gezicht nauwelijks verschijnselen.
Daarom wordt op de intensive care van de neonatologie al sinds 1992 gebruik gemaakt van de Cerebrale Functie Monitor (CFM). Daarmee hebben wij de mogelijkheid om op de afdeling continue de hersenfuncties te registeren en dus convulsies goed te kunnen diagnostiseren en te vervolgen.
Om de oorzaak te achterhalen zijn aanvullende onderzoeken nodig. We maken gebruik van beeldvormende onderzoeken, zoals echografie, CT- en MRI-scans en laboratoriumonderzoeken van bloed, urine en hersenvocht.
Vroege herkenning en behandeling van convulsies zijn belangrijk. Daarmee kunnen we hersenbeschadiging zoveel mogelijk voorkomen of beperken. We behandelen convulsies bij pasgeborenen met geneesmiddelen tegen epilepsie (anti-epileptica). We nemen maatregelen om zo nodig de ademhaling te ondersteunen en we doen er alles aan om een passende behandeling in te stellen.
De prognose van convulsies bij pasgeborenen wisselt en hangt sterk samen met de oorzaak en de ernst van de aandoening. Complicaties op de lange termijn zijn onder meer:
- epilepsie
- een geestelijke ontwikkelingsachterstand
Als uw kind convulsies heeft, volgt er voor u een spannende tijd vol met onzekerheden:
- Lost het lichaam het probleem zelf op?
- Is de behandeling met medicatie voldoende om de convulsies te onderdrukken?
- Hebben de convulsies invloed op de ontwikkeling van mijn kind?
- Welke complicaties kunnen er optreden?
Al deze vragen kunt u bespreken met de behandelend arts en/of de verpleegkundige.