Keizersnede
■ Wat is een keizersnede?
■ Opname en verblijf
■ Op de operatie kamer
■ Na de operatie
■ Ontslag
■ Toekomst
Keizersnede •
Contact
Hier vindt u informatie over de gebruikelijke gang van zaken rond een keizersnede. De medische term hiervoor is een sectio caesarea.
Een keizersnede is een operatie waarbij het kind via de buikwand ter wereld komt. De operatie duurt ongeveer 45 minuten, soms langer, soms korter. De baby wordt meestal binnen een kwartier na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht.
Redenen voor een keizersnede
De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina (schede) niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor u, uw kind of voor u beiden. Omdat bij een keizersnede complicaties kunnen optreden, wordt de operatie alleen uitgevoerd als er een goede reden voor is.
Soms is al vóór de zwangerschap duidelijk dat te zijner tijd een keizersnede noodzakelijk zal zijn. In andere gevallen blijkt tijdens de zwangerschap dat een keizersnede nodig is, bijvoorbeeld als de placenta (moederkoek) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom de indaling van het kind verhindert of als er complicaties zijn zoals een placenta die onvoldoende functioneert. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.
Een keizersnede tijdens de bevalling
Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn het niet vorderen van de bevalling en/of dreigend zuurstofgebrek van het kind.
Het is mogelijk dat de bevalling onvoldoende vordert tijdens de ontsluiting of de uitdrijving. Als de ontsluiting onvoldoende vordert neemt het aantal centimeters ontsluiting niet (voldoende) toe. Bij onvoldoende vordering van de uitdrijving is er te weinig indaling van het hoofdje of de billen in het bekken.
De verloskundige of arts kan denken aan dreigend zuurstofgebrek wanneer de harttonenregistratie op een cardiotocogram (CTG) langdurig of ernstig afwijkt.
Ook kan er dan een onderzoek plaatsvinden waarbij een beetje bloed van de hoofdhuid van het kind wordt afgenomen (dit heet een microbloedonderzoek) om te bepalen of het kind voldoende zuurstof krijgt.
Voorbereiding op een keizersnede
Zoals bij elke operatie vindt bij een geplande keizersnede vooraf onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand door de anaesthesist. Men stelt vragen over uw gezondheid en vaak wordt een lichamelijk onderzoek gedaan, zoals het luisteren naar hart en longen. Verder wordt er bloedonderzoek uitgevoerd en bespreekt de gynaecoloog of anesthesist met u de keuze tussen een algehele anesthesie (narcose) en een ruggenprik.
De verpleegkundige op de poli vertelt u wat u op de dag van de keizersnede en de dagen erna kunt verwachten. Zij voert het opnamegesprek.
Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn. Op de afdeling krijgt u een operatiehemd aan. Kort voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. U mag dan geen sieraden, piercings, haarspelden, make-up en nagellak en kunstnagels op hebben; contact lenzen of een kunstgebit moet u uitdoen.
Vóór de operatie moet uw blaas leeg zijn daarom brengt de verpleegkundige een blaaskatheter in, zodat de urine kan wegstromen. De urine wordt in een zak opgevangen.
Bij een keizersnede tijdens de bevalling gebeuren deze voorbereidingen vaak in een sneller tempo. Omdat u dan vaak niet nuchter bent, krijgt u soms een vloeistof te drinken om het maagzuur te neutraliseren.
De soorten verdoving
Bij een keizersnede zijn twee soorten verdovingen mogelijk: narcose en een ruggenprik. Welke van de twee methoden geadviseerd wordt, is onder andere afhankelijk van de reden voor de keizersnede of de mate van spoed. Mocht u zelf een uitgesproken voorkeur hebben, dan kunt u dit laten weten.
Narcose
Bij narcose slaapt u tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo gegeven dat het kind zo weinig mogelijk medicijnen zoals inslaapmiddelen en pijnstillers via de placenta krijgt. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. Soms krijgt u van tevoren wat zuurstof via een kapje of slangetje voor of in uw neus. Terwijl u slaapt krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing. U voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is en de baby en de placenta geboren zijn.
Een ruggenprik
Bij een ruggenprik spuit de anesthesist verdovende vloeistof tussen de ruggenwervels. De huid rond deze plaats wordt eerst plaatselijk verdoofd. Vaak voelt u dan de ruggenprik zelf nauwelijks meer. Al snel worden uw onderlichaam en benen gevoelloos. Soms bent u kortdurend wat misselijk als gevolg van een bloeddrukdaling. Bij een ruggenprik maakt u de geboorte van uw kind bewust mee, en al tijdens de operatie kunt u uw kind zien, horen en aanraken. U hebt tijdens de operatie geen pijn; wel voelt u soms dat er getrokken wordt of op de buik geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen uw onderlichaam. Het lijkt dan of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar het kan geen kwaad.
De operatie zelf
Bijna altijd maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’, een horizontale (dwarse)snede van 10-15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens.
Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar beneden gemaakt. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De lange buikspieren die van de ribbenboog naar beneden lopen worden opzij geschoven, vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog meestal via een dwarse snede in de baarmoeder uw kind naar buiten. Als uw kind geboren is wordt de navelstreng doorgeknipt. Omdat alles steriel moet blijven mag de vader dit niet zelf doen zoals bij een ‘normale’ bevalling. Na het doorknippen van de navelstreng krijgt u via het infuus doorgaans een antibioticum en een medicijn om de baarmoeder te laten samentrekken. Als de placenta geboren is hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.
Wie mag er bij een keizersnede aanwezig zijn?
Uw partner ( of iemand anders, totaal 1 persoon) mag bij de keizersnede aanwezig zijn. De verpleegkundige van de afdeling die met u mee gaat naar de operatiekamer kan foto’s met uw toestel maken.
Het kind na de geboorte
De kinderarts onderzoekt uw kind direct na de geboorte. Afhankelijk van de conditie van uw baby en het termijn van de zwangerschap blijft uw baby gedurende de rest van de keizersnede bij u. Als de kinderarts een opname voor de baby noodzakelijk acht zal de baby gedurende de resterende tijd van de keizersnede niet op de operatiekamer aanwezig zijn.
Recovery
Na de operatie komen moeder en kind op de uitslaapkamer of wel de recovery, partner is hier ook bij aanwezig. Hier wordt de conditie van moeder door middel van apperatuur in de gaten gehouden. Ook wordt het bloedverlies gecontroleerd. Tevens kan hier gestart worden met de eerste voeding voor de baby.
Gezinsgerichte keizersnede
In het WKZ geboortecentrum willen wij dat ouders en kind zoveel mogelijk bij elkaar zijn. Als een geplande keizersnede overdag plaats vindt zijn ouders en kind gedurende de gehele operatie bij elkaar zijn mits de conditie van de baby dit toelaat. Dit noemen wij een gezinsgerichte keizersnede.
Ontslag
In principe gaat u na 3 nachten, 4 dagen na de keizersnede weer naar huis. U mag om 10 uur opgehaald worden.
Weer thuis
Thuis zult u geleidelijk verder moeten herstellen. De tijd die nodig is voor het herstel is na een keizersnede vaak langer dan na een bevalling via de vagina. U bent niet alleen (opnieuw) moeder, maar daarnaast ook genezende van een operatie. Een veel gehoorde klacht na een keizersnede is moeheid. U kunt daar het beste aan toegeven: probeer zoveel mogelijk rust te nemen. Aanvaard ook hulp die familie en kennissen u aanbieden. Naarmate u meer hulp hebt als u thuiskomt, is de overgang gemakkelijker en went u sneller aan uw nieuwe levenssituatie. Na de eerste weken merkt u dat u geleidelijk weer meer kunt doen.
Zwaar tillen (vuilniszakken, zware boodschappentassen) wordt de eerste zes weken nog ontraden, maar gaandeweg kunt u wel uw activiteiten uitbreiden (licht huishoudelijk werk, kleinere boodschappen). Het gewicht van uw baby is in de eerste zes weken voldoende. Heeft u pijn aan de wond tijdens of na het tillen, til dan minder zwaar.
Al snel na de operatie kunt u onder de douche. Een bad wordt afgeraden zolang er nog bloederige afscheiding is (gemiddeld 2-4 weken). Het bloedverlies kan, doordat u weer meer gaat doen, meer worden. Dit is normaal, mits het bloedverlies niet veel meer wordt dan bij een gewone menstruatie. Het bloedverlies stopt meestal na twee à zes weken. Indien u borstvoeding geeft kan de eerst volgende menstruatie lang uitblijven. Vaak komt deze pas na het stoppen van de borstvoeding. Ongeveer 10-20% van de borstvoedende vrouwen menstrueert wel tijdens de borstvoedingsperiode. Indien u geen borstvoeding geeft kan u gaan menstrueren binnen 4-8 weken na de keizersnede. De eerste menstruatie kan heftiger zijn dan u normaal gewend bent.
Mocht er nog wat vocht of een beetje bloed uit de wond naar buiten komen, dan kunt u de wond met de douche schoonspoelen, voorzichtig drogen, en een droog gaas eroverheen doen om uw kleding te beschermen.
In de eerste maanden kunt u hinder ondervinden van uw buikspieren, bijvoorbeeld bij het autorijden en fietsen. Tijdens de keizersnede zijn de buikspieren opgerekt en daarna hebben ze tijd nodig om weer op kracht te komen. Onverwachte bewegingen kunnen zeker in de eerste weken nog behoorlijk pijnlijk zijn. Autorijden is toegestaan vanuit medisch oogpunt. U gebruikt uw buikspieren tijdens het besturen van een auto. Realiseert u zich dat u tijdens het autorijden in acute situaties terecht kan komen. Pijn kan een adequate/plotselinge reactie belemmeren. Deze onverwachte bewegingen kunnen pijnlijk zijn aan de wond. Bedenkt voordat u de auto instapt of u zichzelf in staat acht tot deelname aan het verkeer. Zo ja, dan kunt u gerust autorijden. Controleer uw verzekeringspolis of u wel verzekerd bent om weer in de auto te rijden (wanneer u weer mag rijden kan per verzekeraar verschillen).
Met buikspieroefeningen kunt u zes weken na de operatie weer beginnen. De verschillende lagen van de buikwand zijn dan goed genezen. Aan de zijkant van het litteken hebt u de eerste tijd soms een trekkend gevoel van inwendige hechtingen. Dit kan geen kwaad.
Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Ook al hebt u nog niet gemenstrueerd, u bent wel alweer vruchtbaar en kan opnieuw zwanger worden. Vraag zo nodig de verloskundige, huisarts of gynaecoloog om advies. Wacht in ieder geval met gemeenschap tot de bloederige afscheiding voorbij is. Voor veel vrouwen duurt het langere tijd voordat zij weer zin hebben in seksueel contact. Aangeraden wordt om niet zwanger te worden binnen een half jaar na de keizersnede. De baarmoeder heeft een litteken en is hierdoor erg kwetsbaar.
Omdat bij een bikinisnede zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, houdt u vrij lange tijd een doof gevoel rond het litteken. Dit heeft te maken met het littekenweefsel en het zenuwweefsel. Boven dit gebied met een doof gevoel is er dikwijls halverwege de navel een gebied dat juist extra gevoelig is. Vaak is pas na 6 tot12 maanden het gevoel in de buikwand weer normaal. U kunt de wond en de huid na enige tijd met olie masseren om zo het weefselherstel te ondersteunen.
Uw lichaam geeft zelf het beste aan wat goed is voor u. Herstel kan in snelheid en duur per kraamvrouw verschillend zijn. Luistert u daarom goed, naar wat u eigen lichaam aan geeft.
Na 5 weken komt u terug op de polikliniek van het ziekenhuis waar u bent bevallen voor nacontrole.
Complicaties
Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als u gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties.
Bloedarmoede
Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Bij ruim bloedverlies ontstaat er bloedarmoede.
Niet zelden is na afloop een bloedtransfusie of het gebruik van ijzertabletten noodzakelijk. Bij een voorliggende moederkoek (placenta praevia) is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groot.
Nabloeding in de buik
Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een ernstige hoge bloeddruk waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.
Bloeduitstorting in de wond
Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een ernstig verhoogde bloeddruk.
Infectie
Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. De kans hierop is wat groter bij een keizersnede na een langdurige bevalling. Om een infectie te voorkomen, krijgt u vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend.
Een beschadiging van de blaas
Een beschadiging van de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als u al verschillende malen een keizersnede hebt ondergaan.
Er kunnen dan verklevingen rond de blaas zijn. Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel hebt u vaak langer een katheter nodig. Darmen die niet goed op gang komen (ileus) Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in maag en darmen, wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang.
Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, het bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Via het infuus krijgt u vocht toegediend. Bij een ruggenprik hebt u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen. Geleidelijk krijgt u het gevoel en de kracht in uw benen terug. De blaaskatheter die de urine afvoert geeft soms een onaangenaam gevoel 24 uur na de operatie kan deze verwijderd worden.
Om trombose te voorkomen krijgt u eenmaal per dag een injectie onder de huid van uw bovenbeen met een anti-stollings middel.
Na de keizersnede kunt u geleidelijk beginnen met eten. De voorkeur gaat vaak uit naar licht eten en dit uit te breiden naar normale voeding.
Kort na de keizersnede kunt u pijn aan de wond krijgen en soms pijnlijke naweeën. Hiervoor krijgt u pijnstillers zoals morfine via het infuus, paracetemol en diclofenac tabletten.
De eerste dagen bent u vaak nog slap en wat duizelig bij het opstaan, dit wordt geleidelijk minder. Na één of twee dagen beginnen de darmen weer te werken. De buik is dan vaak opgezet en u kunt pijnlijke krampen hebben.
De buikwand is vaak pijnlijk, niet alleen ter hoogte van het litteken maar ook hoger, tot aan de navel. Dit komt omdat onder de huid de snede in de buikwand verticaal loopt, van de navel tot het schaambeen. Bij het hechten van de huid wordt doorgaans materiaal gebruikt dat uit zichzelf oplost en niet hoeft te worden weggehaald. Andere hechtingen of nietjes verwijdert men meestal na ongeveer een week.
Borstvoeding
Na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het maakt niet uit of de keizersnede gepland was of niet, of u algehele narcose of een ruggenprik hebt gekregen. Wel speelt de conditie van uw kind een rol. Als uw kind in de couveuse ligt kunt u afkolven. De afgekolfde melk wordt door de verpleegkundige aan uw kind gegeven. Als de conditie van u en uw kind het toelaat dan wordt uw kind binnen een uur na de keizersnede bloot bij u op de borst gelegd en wordt u geholpen bij het aanleggen.
Het meten van pijn
U leest hier informatie over pijnmeting op de afdeling Verloskunde. De pijnmetingen worden tijdens uw opname in het ziekenhuis uitgevoerd door verpleegkundigen/ kraamverzorgenden.
Pijn Tijdens uw ziekenhuisverblijf heeft u mogelijk pijn door ziekte, operatie of behandeling. Ook kunt u bijvoorbeeld pijn hebben in uw rug, door langdurig liggen op bed. Voor een spoedig herstel en een comfortabel gevoel is het belangrijk om uw pijn zo goed mogelijk te bestrijden.
Pijnmeting
Een thermometer is een instrument om vast te stellen of u koorts heeft. Een dergelijk instrument voor pijn bestaat niet. U bent de enige die kan vertellen of u pijn heeft en hoe erg die pijn is. Het geven van een cijfer kan helpen om meer inzicht te krijgen in de mate van pijn die u ervaart.
Pijncijfer
De verpleegkundige/kraamverzorgende vraagt u een aantal keer per dag of u pijn heeft. Als u pijn heeft vraagt de verpleegkundige/kraamverzorgende om uw pijn een cijfer te geven.
1-4 u heeft weinig pijn en uw eventuele pijnstilling is voldoende
5-7 u heeft behoorlijke pijn en u wilt pijnstilling of aanvullende pijnstilling
8-10 u heeft ernstige/ondraaglijke pijn en u wilt pijnstilling of aanvullende pijnstilling
Pijnbeleving
Het is belangrijk dat u aangeeft wanneer u te veel pijn heeft, zodat wij uw pijn goed kunnen behandelen. Een goede pijnbehandeling voorkomt complicaties. Uw herstel zal sneller verlopen en u zult sneller genezen. Als u borstvoeding geeft zal dit beter gaan als uw pijn draaglijk is.
Voor meer informatie over de pijnscore en behandeling, raden wij u de volgende film aan:
keizersnede?
Mocht u snel opnieuw zwanger willen worden, dan is daar geen bezwaar tegen, tenzij de gynaecoloog u adviseert er nog mee te wachten. Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat u een volgende keer een ‘normale’ bevalling tegemoet kunt zien. De volgende bevalling is een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.
Emotionele aspecten rondom een keizersnede
De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg kon plaatsvinden en hebben het gevoel dat een normale bevalling van hen is ‘afgenomen’. Soms vinden ze dat ze gefaald hebben.
Bij een narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee, waardoor ze soms moeite hebben om aan hun kind te wennen. Spelen dergelijke gevoelens bij u, praat erover met uw partner, vrienden en familieleden.
Bespreek tijdens de nacontrole uw emoties en vragen, zoals waarom de keizersnede nodig was. Dit kan u ook helpen bij het verwerken van emoties.
Schrijf uw vragen van tevoren op zodat u niets vergeet.
Ook na langere tijd of voorafgaand aan een volgende zwangerschap kunt u met de gynaecoloog, de verloskundige of de huisarts nog eens de hele gang van zaken bespreken als u daar behoefte aan hebt.
Het omgekeerde is ook mogelijk: als een keizersnede gedaan werd nadat u lange tijd zeer pijnlijke weeën hebt gehad, betekent de operatie vaak juist een opluchting. Voor de vader is een keizersnede soms ook moeilijk te verwerken. Hij ziet u negen maanden met de baby rondlopen en dan moet u (na eventuele weeën) ook nog een operatie ondergaan om het kind geboren te laten worden.
Soms voelt een partner zich nutteloos omdat hij het gevoel heeft nauwelijks iets voor u te hebben kunnen doen. Ook kan hij bang zijn geweest dat er iets mis zou gaan. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met elkaar te bespreken.
Nog vragen?
Uw gynaecoloog, verloskundige is te allen tijde bereid ze te beantwoorden.
Deze informatie is overgenomen vanuit de website DeGynaecoloog met aanpassingen die gelden voor het geboortecentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis.
Deze website met patiënteninformatie is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstretrie en Gynaecologie (NVOG).
Hier vindt u informatie over de gebruikelijke gang van zaken rond een keizersnede. De medische term hiervoor is een sectio caesarea.
Een keizersnede is een operatie waarbij het kind via de buikwand ter wereld komt. De operatie duurt ongeveer 45 minuten, soms langer, soms korter. De baby wordt meestal binnen een kwartier na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht.
Redenen voor een keizersnede
De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina (schede) niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor u, uw kind of voor u beiden. Omdat bij een keizersnede complicaties kunnen optreden, wordt de operatie alleen uitgevoerd als er een goede reden voor is.
Soms is al vóór de zwangerschap duidelijk dat te zijner tijd een keizersnede noodzakelijk zal zijn. In andere gevallen blijkt tijdens de zwangerschap dat een keizersnede nodig is, bijvoorbeeld als de placenta (moederkoek) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom de indaling van het kind verhindert of als er complicaties zijn zoals een placenta die onvoldoende functioneert. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.
Een keizersnede tijdens de bevalling
Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn het niet vorderen van de bevalling en/of dreigend zuurstofgebrek van het kind.
Het is mogelijk dat de bevalling onvoldoende vordert tijdens de ontsluiting of de uitdrijving. Als de ontsluiting onvoldoende vordert neemt het aantal centimeters ontsluiting niet (voldoende) toe. Bij onvoldoende vordering van de uitdrijving is er te weinig indaling van het hoofdje of de billen in het bekken.
De verloskundige of arts kan denken aan dreigend zuurstofgebrek wanneer de harttonenregistratie op een cardiotocogram (CTG) langdurig of ernstig afwijkt.
Ook kan er dan een onderzoek plaatsvinden waarbij een beetje bloed van de hoofdhuid van het kind wordt afgenomen (dit heet een microbloedonderzoek) om te bepalen of het kind voldoende zuurstof krijgt.
op de kraamafdeling
Voorbereiding op een keizersnede
Zoals bij elke operatie vindt bij een geplande keizersnede vooraf onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand door de anaesthesist. Men stelt vragen over uw gezondheid en vaak wordt een lichamelijk onderzoek gedaan, zoals het luisteren naar hart en longen. Verder wordt er bloedonderzoek uitgevoerd en bespreekt de gynaecoloog of anesthesist met u de keuze tussen een algehele anesthesie (narcose) en een ruggenprik.
De verpleegkundige op de poli vertelt u wat u op de dag van de keizersnede en de dagen erna kunt verwachten. Zij voert het opnamegesprek.
Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn. Op de afdeling krijgt u een operatiehemd aan. Kort voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. U mag dan geen sieraden, piercings, haarspelden, make-up en nagellak en kunstnagels op hebben; contact lenzen of een kunstgebit moet u uitdoen.
Vóór de operatie moet uw blaas leeg zijn daarom brengt de verpleegkundige een blaaskatheter in, zodat de urine kan wegstromen. De urine wordt in een zak opgevangen.
Bij een keizersnede tijdens de bevalling gebeuren deze voorbereidingen vaak in een sneller tempo. Omdat u dan vaak niet nuchter bent, krijgt u soms een vloeistof te drinken om het maagzuur te neutraliseren.
De soorten verdoving
Bij een keizersnede zijn twee soorten verdovingen mogelijk: narcose en een ruggenprik. Welke van de twee methoden geadviseerd wordt, is onder andere afhankelijk van de reden voor de keizersnede of de mate van spoed. Mocht u zelf een uitgesproken voorkeur hebben, dan kunt u dit laten weten.
Narcose
Bij narcose slaapt u tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo gegeven dat het kind zo weinig mogelijk medicijnen zoals inslaapmiddelen en pijnstillers via de placenta krijgt. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. Soms krijgt u van tevoren wat zuurstof via een kapje of slangetje voor of in uw neus. Terwijl u slaapt krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing. U voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is en de baby en de placenta geboren zijn.
Een ruggenprik
Bij een ruggenprik spuit de anesthesist verdovende vloeistof tussen de ruggenwervels. De huid rond deze plaats wordt eerst plaatselijk verdoofd. Vaak voelt u dan de ruggenprik zelf nauwelijks meer. Al snel worden uw onderlichaam en benen gevoelloos. Soms bent u kortdurend wat misselijk als gevolg van een bloeddrukdaling. Bij een ruggenprik maakt u de geboorte van uw kind bewust mee, en al tijdens de operatie kunt u uw kind zien, horen en aanraken. U hebt tijdens de operatie geen pijn; wel voelt u soms dat er getrokken wordt of op de buik geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen uw onderlichaam. Het lijkt dan of ademhalen moeilijk gaat. Dit is vervelend, maar het kan geen kwaad.
De operatie zelf
Bijna altijd maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’, een horizontale (dwarse)snede van 10-15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens.
Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar beneden gemaakt. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden. De lange buikspieren die van de ribbenboog naar beneden lopen worden opzij geschoven, vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog meestal via een dwarse snede in de baarmoeder uw kind naar buiten. Als uw kind geboren is wordt de navelstreng doorgeknipt. Omdat alles steriel moet blijven mag de vader dit niet zelf doen zoals bij een ‘normale’ bevalling. Na het doorknippen van de navelstreng krijgt u via het infuus doorgaans een antibioticum en een medicijn om de baarmoeder te laten samentrekken. Als de placenta geboren is hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.
Wie mag er bij een keizersnede aanwezig zijn?
Uw partner ( of iemand anders, totaal 1 persoon) mag bij de keizersnede aanwezig zijn. De verpleegkundige van de afdeling die met u mee gaat naar de operatiekamer kan foto’s met uw toestel maken.
Het kind na de geboorte
De kinderarts onderzoekt uw kind direct na de geboorte. Afhankelijk van de conditie van uw baby en het termijn van de zwangerschap blijft uw baby gedurende de rest van de keizersnede bij u. Als de kinderarts een opname voor de baby noodzakelijk acht zal de baby gedurende de resterende tijd van de keizersnede niet op de operatiekamer aanwezig zijn.
Recovery
Na de operatie komen moeder en kind op de uitslaapkamer of wel de recovery, partner is hier ook bij aanwezig. Hier wordt de conditie van moeder door middel van apperatuur in de gaten gehouden. Ook wordt het bloedverlies gecontroleerd. Tevens kan hier gestart worden met de eerste voeding voor de baby.
Gezinsgerichte keizersnede
In het WKZ geboortecentrum willen wij dat ouders en kind zoveel mogelijk bij elkaar zijn. Als een geplande keizersnede overdag plaats vindt zijn ouders en kind gedurende de gehele operatie bij elkaar zijn mits de conditie van de baby dit toelaat. Dit noemen wij een gezinsgerichte keizersnede.
Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, het bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Via het infuus krijgt u vocht toegediend. Bij een ruggenprik hebt u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen. Geleidelijk krijgt u het gevoel en de kracht in uw benen terug. De blaaskatheter die de urine afvoert geeft soms een onaangenaam gevoel 24 uur na de operatie kan deze verwijderd worden.
Om trombose te voorkomen krijgt u eenmaal per dag een injectie onder de huid van uw bovenbeen met een anti-stollings middel.
Na de keizersnede kunt u geleidelijk beginnen met eten. De voorkeur gaat vaak uit naar licht eten en dit uit te breiden naar normale voeding.
Kort na de keizersnede kunt u pijn aan de wond krijgen en soms pijnlijke naweeën. Hiervoor krijgt u pijnstillers zoals morfine via het infuus, paracetemol en diclofenac tabletten.
De eerste dagen bent u vaak nog slap en wat duizelig bij het opstaan, dit wordt geleidelijk minder. Na één of twee dagen beginnen de darmen weer te werken. De buik is dan vaak opgezet en u kunt pijnlijke krampen hebben.
De buikwand is vaak pijnlijk, niet alleen ter hoogte van het litteken maar ook hoger, tot aan de navel. Dit komt omdat onder de huid de snede in de buikwand verticaal loopt, van de navel tot het schaambeen. Bij het hechten van de huid wordt doorgaans materiaal gebruikt dat uit zichzelf oplost en niet hoeft te worden weggehaald. Andere hechtingen of nietjes verwijdert men meestal na ongeveer een week.
Borstvoeding
Na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het maakt niet uit of de keizersnede gepland was of niet, of u algehele narcose of een ruggenprik hebt gekregen. Wel speelt de conditie van uw kind een rol. Als uw kind in de couveuse ligt kunt u afkolven. De afgekolfde melk wordt door de verpleegkundige aan uw kind gegeven. Als de conditie van u en uw kind het toelaat dan wordt uw kind binnen een uur na de keizersnede bloot bij u op de borst gelegd en wordt u geholpen bij het aanleggen.
Het meten van pijn
U leest hier informatie over pijnmeting op de afdeling Verloskunde. De pijnmetingen worden tijdens uw opname in het ziekenhuis uitgevoerd door verpleegkundigen/ kraamverzorgenden.
Pijn Tijdens uw ziekenhuisverblijf heeft u mogelijk pijn door ziekte, operatie of behandeling. Ook kunt u bijvoorbeeld pijn hebben in uw rug, door langdurig liggen op bed. Voor een spoedig herstel en een comfortabel gevoel is het belangrijk om uw pijn zo goed mogelijk te bestrijden.
Pijnmeting
Een thermometer is een instrument om vast te stellen of u koorts heeft. Een dergelijk instrument voor pijn bestaat niet. U bent de enige die kan vertellen of u pijn heeft en hoe erg die pijn is. Het geven van een cijfer kan helpen om meer inzicht te krijgen in de mate van pijn die u ervaart.
Pijncijfer
De verpleegkundige/kraamverzorgende vraagt u een aantal keer per dag of u pijn heeft. Als u pijn heeft vraagt de verpleegkundige/kraamverzorgende om uw pijn een cijfer te geven.
1-4 u heeft weinig pijn en uw eventuele pijnstilling is voldoende
5-7 u heeft behoorlijke pijn en u wilt pijnstilling of aanvullende pijnstilling
8-10 u heeft ernstige/ondraaglijke pijn en u wilt pijnstilling of aanvullende pijnstilling
Pijnbeleving
Het is belangrijk dat u aangeeft wanneer u te veel pijn heeft, zodat wij uw pijn goed kunnen behandelen. Een goede pijnbehandeling voorkomt complicaties. Uw herstel zal sneller verlopen en u zult sneller genezen. Als u borstvoeding geeft zal dit beter gaan als uw pijn draaglijk is.
Voor meer informatie over de pijnscore en behandeling, raden wij u de volgende film aan:
Ontslag
In principe gaat u na 3 nachten, 4 dagen na de keizersnede weer naar huis. U mag om 10 uur opgehaald worden.
Weer thuis
Thuis zult u geleidelijk verder moeten herstellen. De tijd die nodig is voor het herstel is na een keizersnede vaak langer dan na een bevalling via de vagina. U bent niet alleen (opnieuw) moeder, maar daarnaast ook genezende van een operatie. Een veel gehoorde klacht na een keizersnede is moeheid. U kunt daar het beste aan toegeven: probeer zoveel mogelijk rust te nemen. Aanvaard ook hulp die familie en kennissen u aanbieden. Naarmate u meer hulp hebt als u thuiskomt, is de overgang gemakkelijker en went u sneller aan uw nieuwe levenssituatie. Na de eerste weken merkt u dat u geleidelijk weer meer kunt doen.
Zwaar tillen (vuilniszakken, zware boodschappentassen) wordt de eerste zes weken nog ontraden, maar gaandeweg kunt u wel uw activiteiten uitbreiden (licht huishoudelijk werk, kleinere boodschappen). Het gewicht van uw baby is in de eerste zes weken voldoende. Heeft u pijn aan de wond tijdens of na het tillen, til dan minder zwaar.
Al snel na de operatie kunt u onder de douche. Een bad wordt afgeraden zolang er nog bloederige afscheiding is (gemiddeld 2-4 weken). Het bloedverlies kan, doordat u weer meer gaat doen, meer worden. Dit is normaal, mits het bloedverlies niet veel meer wordt dan bij een gewone menstruatie. Het bloedverlies stopt meestal na twee à zes weken. Indien u borstvoeding geeft kan de eerst volgende menstruatie lang uitblijven. Vaak komt deze pas na het stoppen van de borstvoeding. Ongeveer 10-20% van de borstvoedende vrouwen menstrueert wel tijdens de borstvoedingsperiode. Indien u geen borstvoeding geeft kan u gaan menstrueren binnen 4-8 weken na de keizersnede. De eerste menstruatie kan heftiger zijn dan u normaal gewend bent.
Mocht er nog wat vocht of een beetje bloed uit de wond naar buiten komen, dan kunt u de wond met de douche schoonspoelen, voorzichtig drogen, en een droog gaas eroverheen doen om uw kleding te beschermen.
In de eerste maanden kunt u hinder ondervinden van uw buikspieren, bijvoorbeeld bij het autorijden en fietsen. Tijdens de keizersnede zijn de buikspieren opgerekt en daarna hebben ze tijd nodig om weer op kracht te komen. Onverwachte bewegingen kunnen zeker in de eerste weken nog behoorlijk pijnlijk zijn. Autorijden is toegestaan vanuit medisch oogpunt. U gebruikt uw buikspieren tijdens het besturen van een auto. Realiseert u zich dat u tijdens het autorijden in acute situaties terecht kan komen. Pijn kan een adequate/plotselinge reactie belemmeren. Deze onverwachte bewegingen kunnen pijnlijk zijn aan de wond. Bedenkt voordat u de auto instapt of u zichzelf in staat acht tot deelname aan het verkeer. Zo ja, dan kunt u gerust autorijden. Controleer uw verzekeringspolis of u wel verzekerd bent om weer in de auto te rijden (wanneer u weer mag rijden kan per verzekeraar verschillen).
Met buikspieroefeningen kunt u zes weken na de operatie weer beginnen. De verschillende lagen van de buikwand zijn dan goed genezen. Aan de zijkant van het litteken hebt u de eerste tijd soms een trekkend gevoel van inwendige hechtingen. Dit kan geen kwaad.
Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Ook al hebt u nog niet gemenstrueerd, u bent wel alweer vruchtbaar en kan opnieuw zwanger worden. Vraag zo nodig de verloskundige, huisarts of gynaecoloog om advies. Wacht in ieder geval met gemeenschap tot de bloederige afscheiding voorbij is. Voor veel vrouwen duurt het langere tijd voordat zij weer zin hebben in seksueel contact. Aangeraden wordt om niet zwanger te worden binnen een half jaar na de keizersnede. De baarmoeder heeft een litteken en is hierdoor erg kwetsbaar.
Omdat bij een bikinisnede zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, houdt u vrij lange tijd een doof gevoel rond het litteken. Dit heeft te maken met het littekenweefsel en het zenuwweefsel. Boven dit gebied met een doof gevoel is er dikwijls halverwege de navel een gebied dat juist extra gevoelig is. Vaak is pas na 6 tot12 maanden het gevoel in de buikwand weer normaal. U kunt de wond en de huid na enige tijd met olie masseren om zo het weefselherstel te ondersteunen.
Uw lichaam geeft zelf het beste aan wat goed is voor u. Herstel kan in snelheid en duur per kraamvrouw verschillend zijn. Luistert u daarom goed, naar wat u eigen lichaam aan geeft.
Na 5 weken komt u terug op de polikliniek van het ziekenhuis waar u bent bevallen voor nacontrole.
Complicaties
Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als u gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties.
Bloedarmoede
Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Bij ruim bloedverlies ontstaat er bloedarmoede.
Niet zelden is na afloop een bloedtransfusie of het gebruik van ijzertabletten noodzakelijk. Bij een voorliggende moederkoek (placenta praevia) is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groot.
Nabloeding in de buik
Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een ernstige hoge bloeddruk waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.
Bloeduitstorting in de wond
Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een ernstig verhoogde bloeddruk.
Infectie
Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. De kans hierop is wat groter bij een keizersnede na een langdurige bevalling. Om een infectie te voorkomen, krijgt u vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend.
Een beschadiging van de blaas
Een beschadiging van de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als u al verschillende malen een keizersnede hebt ondergaan.
Er kunnen dan verklevingen rond de blaas zijn. Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel hebt u vaak langer een katheter nodig. Darmen die niet goed op gang komen (ileus) Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in maag en darmen, wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang.
keizersnede?
Mocht u snel opnieuw zwanger willen worden, dan is daar geen bezwaar tegen, tenzij de gynaecoloog u adviseert er nog mee te wachten. Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat u een volgende keer een ‘normale’ bevalling tegemoet kunt zien. De volgende bevalling is een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.
Emotionele aspecten rondom een keizersnede
De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg kon plaatsvinden en hebben het gevoel dat een normale bevalling van hen is ‘afgenomen’. Soms vinden ze dat ze gefaald hebben.
Bij een narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee, waardoor ze soms moeite hebben om aan hun kind te wennen. Spelen dergelijke gevoelens bij u, praat erover met uw partner, vrienden en familieleden.
Bespreek tijdens de nacontrole uw emoties en vragen, zoals waarom de keizersnede nodig was. Dit kan u ook helpen bij het verwerken van emoties.
Schrijf uw vragen van tevoren op zodat u niets vergeet.
Ook na langere tijd of voorafgaand aan een volgende zwangerschap kunt u met de gynaecoloog, de verloskundige of de huisarts nog eens de hele gang van zaken bespreken als u daar behoefte aan hebt.
Het omgekeerde is ook mogelijk: als een keizersnede gedaan werd nadat u lange tijd zeer pijnlijke weeën hebt gehad, betekent de operatie vaak juist een opluchting. Voor de vader is een keizersnede soms ook moeilijk te verwerken. Hij ziet u negen maanden met de baby rondlopen en dan moet u (na eventuele weeën) ook nog een operatie ondergaan om het kind geboren te laten worden.
Soms voelt een partner zich nutteloos omdat hij het gevoel heeft nauwelijks iets voor u te hebben kunnen doen. Ook kan hij bang zijn geweest dat er iets mis zou gaan. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met elkaar te bespreken.
Nog vragen?
Uw gynaecoloog, verloskundige is te allen tijde bereid ze te beantwoorden.
Deze informatie is overgenomen vanuit de website DeGynaecoloog met aanpassingen die gelden voor het geboortecentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis.
Deze website met patiënteninformatie is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstretrie en Gynaecologie (NVOG).