Borstvoeding voor meerlingen
■ Meer dan één baby
■ Aan de borst
■ Gelijktijdig voeden
■ Afwisselen
■ Drie of nog meer baby's
■ Een goede productie
Borstvoeding •
Waarin verschilt borst-/flesvoeding •
Hoe wordt moedermelk gemaakt? •
Het geven van borstvoeding I
Het geven van borstvoeding II •
Problemen herkennen, oplossen en zo mogelijk voorkomen •
Contact
Alternatieve vormen van bijvoeden •
Algemene adviezen voor de moeder •
Meer informatie over borstvoeding
Borstvoeding geven met een tepelhoedje •
Belangrijk! •
Borstvoeding stap voor stap •
Borstvoeding voor meerlingen
Kolven •
Kolfmethoden •
Passend borstschild •
Kolven prematuren kolfkaart •
Kolven "praktisch" •
meerlingen
Hoe u de baby’s ook gaat voeden, u gaat een drukke tijd tegemoet. Een groot probleem voor moeder is het krijgen van voldoende slaap en rust naast de zorg voor de rest van het gezin en het huishouden.
Accepteren van aangeboden hulp kan net het verschil maken. Hulp kan bestaan uit een boodschap doen, eten koken of meenemen, de moeder iets te drinken brengen als ze zit te voeden, oppassen zodat u even kunt rusten of een frisse neus kunt halen, huishoudelijke klussen, uitlaten van huisdier(en). Het kan verstandig zijn de eerste weken na de kraamzorg d het bezoek te beperken.
Stel prioriteiten. U kunt informeren bij uw zorgverzekering over de mogelijkheid van verlengde kraamzorg.
Als u nog nooit zelf gevoed heeft, moet u de vaardigheid nog leren. De eerste dagen zijn echte oefendagen. Houd er rekening mee dat niet alles in één keer perfect gaat. Het kan handig zijn in het begin uw baby’s één voor één te voeden. Omdat ze vaak nog klein zijn, kan het nodig zijn de baby te stimuleren actief te blijven aan de borst.
Als de baby’s goed de borst kunnen pakken en actief drinkgedrag laten zien, kan het fijn zijn om ze gelijktijdig aan te leggen. Het kan zijn dat de baby’s niet gelijktijdig toe zijn aan een voeding en zich hierin ook niet laten sturen. Sommige moeders geven zelf de voorkeur aan één voor één te voeden. U gaat zelf experimenteren om een manier te vinden wat voor u en uw baby’s het best werkt.
De handigheid om de baby’s samen te voeden leert u in het ziekenhuis of van de kraamzorg. De beste houding om twee baby’s tegelijk te voeden gaat u zelf vinden door het uit te proberen. Of u gebruik maakt van kussen, voetenbankje, stoel, bank of bed hangt af van uw situatie.
Om de beurt of gelijktijdig, in de praktijk zal het een mengeling zijn. Soms gaan de baby’s een eigen voedingsritme ontwikkelen, waarbij de ene baby vaker aan de borst wil, dan de andere. Vaak is het zo dat een borst per etmaal meer melk aanmaakt of dat de melk uit de ene borst makkelijker toeschiet. Het is aan te raden de baby’s per voeding aan een andere borst te laten drinken. Voeding 1 gaat baby A rechts en baby B links.
Voeding 2 gaat dan baby A links en baby B rechts.
Het kan zijn dat u uitkomt op een combinatie van borst en fles. Voeding 1 krijgt dan baby A de borst en baby B de fles. Voeding 2 andersom. Afhankelijk van uw productie en mogelijkheid tot kolven zal de fles gevuld zijn met afgekolfde melk of kunstvoeding.
Voor meer dan twee baby’s is het nog steeds mogelijk (soms deels) zelf te voeden. Het belangrijkste bij het opstellen van kolf- en voedingsschema’s en systemen is te kijken naar wat werkt voor jullie samen. Informatie is te krijgen via de site van la leche league
Bij meer baby’s aan de borst geldt dat hoe vaker u voedt, hoe meer melk u heeft, net zoals bij voeden van een baby. De omstandigheden zijn echter soms niet optimaal.
Denk aan het feit dat meerlingen vaker vroeger geboren worden en de kans op opname van de baby of nog niet actief drinkgedrag na de geboorte om die reden ook groter is. Probeer dan zoveel mogelijk de borsten te stimuleren met kolven.
Ook als een baby aan de borst kan, gaat u kolven voor de andere baby. Om voldoende melk te maken, is het nodig zeer frequent te stimuleren. Minimaal 8 keer per 24 uur, waarvan minimaal ook een keer in de nacht.
U kunt samen met de kraamzorg een kolfschema maken, passend bij de situatie.
Het is belangrijk om een zo goed mogelijke melkproductie op te bouwen, zodat er ruim voldoende is voor meerdere baby’s. Wanneer er in de beginperiode meer melkproductie is dan de baby's nodig hebben is het verstandig om regelmatig te blijven kolven. Hierdoor bouwt u een reserve op en blijft de melkproductie zo goed mogelijk in stand. Kleine baby’s groeien snel en hebben een steeds grotere behoefte aan moedermelk.
Wanneer u langdurig bent aangewezen op het afkolven van de moedermelk, kan het gebeuren dat de melkproductie door vermoeidheid en stress afneemt. Indien u voldoende melk in voorraad hebt, hoeft u zich hierover niet ongerust te maken.
meerlingen
Hoe u de baby’s ook gaat voeden, u gaat een drukke tijd tegemoet. Een groot probleem voor moeder is het krijgen van voldoende slaap en rust naast de zorg voor de rest van het gezin en het huishouden.
Accepteren van aangeboden hulp kan net het verschil maken. Hulp kan bestaan uit een boodschap doen, eten koken of meenemen, de moeder iets te drinken brengen als ze zit te voeden, oppassen zodat u even kunt rusten of een frisse neus kunt halen, huishoudelijke klussen, uitlaten van huisdier(en). Het kan verstandig zijn de eerste weken na de kraamzorg d het bezoek te beperken.
Stel prioriteiten. U kunt informeren bij uw zorgverzekering over de mogelijkheid van verlengde kraamzorg.
Als u nog nooit zelf gevoed heeft, moet u de vaardigheid nog leren. De eerste dagen zijn echte oefendagen. Houd er rekening mee dat niet alles in één keer perfect gaat. Het kan handig zijn in het begin uw baby’s één voor één te voeden. Omdat ze vaak nog klein zijn, kan het nodig zijn de baby te stimuleren actief te blijven aan de borst.
Als de baby’s goed de borst kunnen pakken en actief drinkgedrag laten zien, kan het fijn zijn om ze gelijktijdig aan te leggen. Het kan zijn dat de baby’s niet gelijktijdig toe zijn aan een voeding en zich hierin ook niet laten sturen. Sommige moeders geven zelf de voorkeur aan één voor één te voeden. U gaat zelf experimenteren om een manier te vinden wat voor u en uw baby’s het best werkt.
De handigheid om de baby’s samen te voeden leert u in het ziekenhuis of van de kraamzorg. De beste houding om twee baby’s tegelijk te voeden gaat u zelf vinden door het uit te proberen. Of u gebruik maakt van kussen, voetenbankje, stoel, bank of bed hangt af van uw situatie.
Om de beurt of gelijktijdig, in de praktijk zal het een mengeling zijn. Soms gaan de baby’s een eigen voedingsritme ontwikkelen, waarbij de ene baby vaker aan de borst wil, dan de andere. Vaak is het zo dat een borst per etmaal meer melk aanmaakt of dat de melk uit de ene borst makkelijker toeschiet. Het is aan te raden de baby’s per voeding aan een andere borst te laten drinken. Voeding 1 gaat baby A rechts en baby B links.
Voeding 2 gaat dan baby A links en baby B rechts.
Het kan zijn dat u uitkomt op een combinatie van borst en fles. Voeding 1 krijgt dan baby A de borst en baby B de fles. Voeding 2 andersom. Afhankelijk van uw productie en mogelijkheid tot kolven zal de fles gevuld zijn met afgekolfde melk of kunstvoeding.
Voor meer dan twee baby’s is het nog steeds mogelijk (soms deels) zelf te voeden. Het belangrijkste bij het opstellen van kolf- en voedingsschema’s en systemen is te kijken naar wat werkt voor jullie samen. Informatie is te krijgen via de site van la leche league
Bij meer baby’s aan de borst geldt dat hoe vaker u voedt, hoe meer melk u heeft, net zoals bij voeden van een baby. De omstandigheden zijn echter soms niet optimaal.
Denk aan het feit dat meerlingen vaker vroeger geboren worden en de kans op opname van de baby of nog niet actief drinkgedrag na de geboorte om die reden ook groter is. Probeer dan zoveel mogelijk de borsten te stimuleren met kolven.
Ook als een baby aan de borst kan, gaat u kolven voor de andere baby. Om voldoende melk te maken, is het nodig zeer frequent te stimuleren. Minimaal 8 keer per 24 uur, waarvan minimaal ook een keer in de nacht.
U kunt samen met de kraamzorg een kolfschema maken, passend bij de situatie.
Het is belangrijk om een zo goed mogelijke melkproductie op te bouwen, zodat er ruim voldoende is voor meerdere baby’s. Wanneer er in de beginperiode meer melkproductie is dan de baby's nodig hebben is het verstandig om regelmatig te blijven kolven. Hierdoor bouwt u een reserve op en blijft de melkproductie zo goed mogelijk in stand. Kleine baby’s groeien snel en hebben een steeds grotere behoefte aan moedermelk.
Wanneer u langdurig bent aangewezen op het afkolven van de moedermelk, kan het gebeuren dat de melkproductie door vermoeidheid en stress afneemt. Indien u voldoende melk in voorraad hebt, hoeft u zich hierover niet ongerust te maken.