Belangrijk!
■ Richtlijnen
■ Het belang van moedermelk
■ Scheiding van moeder en kind
■ Melkproductie
■ Voeden met afgekolfde melk
■ Voeden aan de borst
Borstvoeding •
Waarin verschilt borst-/flesvoeding •
Hoe wordt moedermelk gemaakt? •
Het geven van borstvoeding I
Het geven van borstvoeding II •
Problemen herkennen, oplossen en zo mogelijk voorkomen •
Contact
Alternatieve vormen van bijvoeden •
Algemene adviezen voor de moeder •
Meer informatie over borstvoeding
Borstvoeding geven met een tepelhoedje •
Belangrijk! •
Borstvoeding stap voor stap •
Borstvoeding voor meerlingen
Kolven •
Kolfmethoden •
Passend borstschild •
Kolven prematuren kolfkaart •
Kolven "praktisch" •
- Start zo snel mogelijk met het afkolven van de moedermelk, bij voorkeur 4 tot 6 uur na de bevalling.
- Kolf minstens 6 keer maar, indien haalbaar, 8 keer per dag. Als de voeding goed op gang is, is 6 keer voldoende.
- Moedermelkproductie wordt gestimuleerd door huid op huid contact, zoals tijdens ‘kangoeroeën’.
- Te vroeg geboren baby’s, bijvoorbeeld geboren na een zwangerschapsduur van 30 weken, kunnen soms al een enkele keer ‘oefenen’ aan de borst.
Moedermelk en vooral colostrum, de eerste melk die geproduceerd wordt, bevat hoge concentraties beschermende antistoffen, vitaminen en mineralen.
Het bereidt de darmen voor op het opnemen van voedsel (verhoging van de voedseltolerantie) en beschermt tegen infecties. Meestal wordt moedermelk beter verdragen dan kunstvoeding omdat het lichter verteerbaar is. Doordat het licht verteerbaar is, is er een snellere maagontlediging. Te vroeg geboren kinderen die met moedermelk worden gevoed spugen minder. Moedermelk heeft een positieve invloed op de functie van de ogen en de ontwikkeling van de hersenfuncties.
Na een vroeggeboorte is de moedermelk anders van samenstelling dan wanneer de geboorte plaatsvond op de uitgerekende datum. Er is dan een andere eiwit- en mineralensamenstelling. In de loop van de eerste vier weken verandert de melk geleidelijk in ‘gewone’ moedermelk. Bij kinderen die meer dan acht weken te vroeg worden geboren en minder dan 2000 gram wegen wordt ‘BMF’ (Breast Milk Fortifier) aan de voeding toegevoegd. Bij kinderen die meer dan acht weken te vroeg geboren worden of met een laag geboortegewicht kan het voorkomen dat zij, ondanks dat ze preterme moedermelk krijgen, toch te weinig eiwitten krijgen en dus langzamer groeien dan gewenst.
Hierbij wordt de groei vergeleken met de groei zoals die in de baarmoeder zou zijn geweest. Bovendien bevat preterme moedermelk voor sommige baby’s te weinig calcium en fosfor voor een optimale botontwikkeling op deze leeftijd. Voldoende groei door gewoon meer preterme moedermelk te geven is niet mogelijk, omdat er dan te veel vocht wordt toegediend.
Om toch van alle positieve eigenschappen van de moedermelk gebruik te maken kan er voor de prematuur aan de afgekolfde melk een tijdelijke aanvulling van eiwitten, vitaminen en mineralen in de vorm van een zogenaamde moedermelkversterker toegevoegd worden. Dit heet ook wel een Breast Milk Fortifier (BMF).
Als uw kind te vroeg geboren is volgt meestal opname op de afdeling Neonatologie (Medium Care, High Care of Intensive Care). Het is dan niet altijd mogelijk om uw kindje aan de borst te voeden. Wel wordt uw afgekolfde moedermelk gegeven via een sonde.
De verpleegkundige bespreekt dit zo nodig met u.
Afkolven met een volautomatische elektrische kolf met dubbele afkolfset is een snelle en effectieve methode om de borstvoeding op gang te krijgen en in stand te houden. De verpleegkundige/kraamverzorgende verstrekt u de informatie en benodigde materialen.
De moedermelk komt ook op gang als de geboorte vroeger dan gepland plaatsvindt. De melk die dan gemaakt wordt is in de eerste weken speciaal afgestemd op de behoefte van de te vroeg geboren baby.
Goede borststimulatie in de eerste dagen is voor een groot deel bepalend voor de uiteindelijke melkproductie van de borsten. De hoeveelheid melk die wordt gemaakt, is afhankelijk van de hoeveelheid melk die eruit wordt gehaald en van het aantal keren dat de borst wordt geleegd (gestimuleerd).
Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk na de geboorte, liefst al binnen 4 tot 6 uur, begint met kolven.
Ook als uw baby de melk nog niet kan krijgen, is snel starten met afkolven nodig om de melkproductie goed op gang te krijgen. Het colostrum (eerstemelk) en de melk kunnen dan voor later gebruik worden ingevroren.
De melkproductie is in de eerste weken waarschijnlijk groter dan uw baby kan of mag drinken. Dit is alleen maar positief. Uw baby heeft op den duur meer voeding nodig en uw melkproductie is daar dan op aangepast. Veel moeders merken dat het moeilijk is om met volledig afkolven de melkproductie op peil te houden.
Wanneer de melkproductie in het begin goed was kan daarmee een later tekort in de productie opgevangen worden. Hebt u twijfels, maakt u zich zorgen of loopt uw productie terug, bespreek dit met de verpleegkundige of kraamverzorgende van de afdeling.
Doordat uw kindje nog te jong is om alle voedingen aan de borst te drinken worden er alternatieven gebruikt. Een te vroeg geboren baby kan soms niet alles uit de borst drinken en moeten worden bijgevoed met afgekolfde moedermelk.
Voeding kan op verschillende manieren gegeven worden aan uw baby:
• Bij zeer vroeg geboren kinderen wordt speciale intraveneuze voeding gegeven via een infuus rechtsstreek in het bloed. Daarnaast worden er kleine hoeveelheden (moeder)melk gegeven via een maagsonde (een plastic slangetje via de neus naar de maag), als de conditie van uw kind dit toelaat.
• Als uw kind ademhalen en slikken goed kan combineren wordt de voeding per ‘cupje’ of fles met speen gegeven. Het is in de praktijk moeilijk haalbaar om lange tijd een cupje aan te bieden. Het aanbieden van een fles gebeurt zorgvuldig waarbij een baby goed moet leren ‘aanhappen’ met wijd open mond, wat belangrijk is bij borstvoeding.
Het regelmatig aanbieden van de borst, bijvoorbeeld tijdens het kangoeroeën, bevordert het goed leren drinken aan de borst.
Ook al is uw baby nog niet in staat aan de borst te drinken, u kunt wel een start maken met oefenen aan de borst.
De eerste stap is namelijk zoveel mogelijk huid op huid contact. We noemen dit ook wel kangoeroeën. In het volgende stappenplan kunt uw zien welke stappen de baby kan doorlopen om uiteindelijk aan de borst te leren drinken.
De verpleegkundige van afdeling Neonatologie neemt met u door aan welke stap uw kind toe is.
- Start zo snel mogelijk met het afkolven van de moedermelk, bij voorkeur 4 tot 6 uur na de bevalling.
- Kolf minstens 6 keer maar, indien haalbaar, 8 keer per dag. Als de voeding goed op gang is, is 6 keer voldoende.
- Moedermelkproductie wordt gestimuleerd door huid op huid contact, zoals tijdens ‘kangoeroeën’.
- Te vroeg geboren baby’s, bijvoorbeeld geboren na een zwangerschapsduur van 30 weken, kunnen soms al een enkele keer ‘oefenen’ aan de borst.
Moedermelk en vooral colostrum, de eerste melk die geproduceerd wordt, bevat hoge concentraties beschermende antistoffen, vitaminen en mineralen.
Het bereidt de darmen voor op het opnemen van voedsel (verhoging van de voedseltolerantie) en beschermt tegen infecties. Meestal wordt moedermelk beter verdragen dan kunstvoeding omdat het lichter verteerbaar is. Doordat het licht verteerbaar is, is er een snellere maagontlediging. Te vroeg geboren kinderen die met moedermelk worden gevoed spugen minder. Moedermelk heeft een positieve invloed op de functie van de ogen en de ontwikkeling van de hersenfuncties.
Na een vroeggeboorte is de moedermelk anders van samenstelling dan wanneer de geboorte plaatsvond op de uitgerekende datum. Er is dan een andere eiwit- en mineralensamenstelling. In de loop van de eerste vier weken verandert de melk geleidelijk in ‘gewone’ moedermelk. Bij kinderen die meer dan acht weken te vroeg worden geboren en minder dan 2000 gram wegen wordt ‘BMF’ (Breast Milk Fortifier) aan de voeding toegevoegd. Bij kinderen die meer dan acht weken te vroeg geboren worden of met een laag geboortegewicht kan het voorkomen dat zij, ondanks dat ze preterme moedermelk krijgen, toch te weinig eiwitten krijgen en dus langzamer groeien dan gewenst.
Hierbij wordt de groei vergeleken met de groei zoals die in de baarmoeder zou zijn geweest. Bovendien bevat preterme moedermelk voor sommige baby’s te weinig calcium en fosfor voor een optimale botontwikkeling op deze leeftijd. Voldoende groei door gewoon meer preterme moedermelk te geven is niet mogelijk, omdat er dan te veel vocht wordt toegediend.
Om toch van alle positieve eigenschappen van de moedermelk gebruik te maken kan er voor de prematuur aan de afgekolfde melk een tijdelijke aanvulling van eiwitten, vitaminen en mineralen in de vorm van een zogenaamde moedermelkversterker toegevoegd worden. Dit heet ook wel een Breast Milk Fortifier (BMF).
Als uw kind te vroeg geboren is volgt meestal opname op de afdeling Neonatologie (Medium Care, High Care of Intensive Care). Het is dan niet altijd mogelijk om uw kindje aan de borst te voeden. Wel wordt uw afgekolfde moedermelk gegeven via een sonde.
De verpleegkundige bespreekt dit zo nodig met u.
Afkolven met een volautomatische elektrische kolf met dubbele afkolfset is een snelle en effectieve methode om de borstvoeding op gang te krijgen en in stand te houden. De verpleegkundige/kraamverzorgende verstrekt u de informatie en benodigde materialen.
De moedermelk komt ook op gang als de geboorte vroeger dan gepland plaatsvindt. De melk die dan gemaakt wordt is in de eerste weken speciaal afgestemd op de behoefte van de te vroeg geboren baby.
Goede borststimulatie in de eerste dagen is voor een groot deel bepalend voor de uiteindelijke melkproductie van de borsten. De hoeveelheid melk die wordt gemaakt, is afhankelijk van de hoeveelheid melk die eruit wordt gehaald en van het aantal keren dat de borst wordt geleegd (gestimuleerd).
Het is belangrijk dat u zo snel mogelijk na de geboorte, liefst al binnen 4 tot 6 uur, begint met kolven.
Ook als uw baby de melk nog niet kan krijgen, is snel starten met afkolven nodig om de melkproductie goed op gang te krijgen. Het colostrum (eerstemelk) en de melk kunnen dan voor later gebruik worden ingevroren.
De melkproductie is in de eerste weken waarschijnlijk groter dan uw baby kan of mag drinken. Dit is alleen maar positief. Uw baby heeft op den duur meer voeding nodig en uw melkproductie is daar dan op aangepast. Veel moeders merken dat het moeilijk is om met volledig afkolven de melkproductie op peil te houden.
Wanneer de melkproductie in het begin goed was kan daarmee een later tekort in de productie opgevangen worden. Hebt u twijfels, maakt u zich zorgen of loopt uw productie terug, bespreek dit met de verpleegkundige of kraamverzorgende van de afdeling.
Doordat uw kindje nog te jong is om alle voedingen aan de borst te drinken worden er alternatieven gebruikt. Een te vroeg geboren baby kan soms niet alles uit de borst drinken en moeten worden bijgevoed met afgekolfde moedermelk.
Voeding kan op verschillende manieren gegeven worden aan uw baby:
• Bij zeer vroeg geboren kinderen wordt speciale intraveneuze voeding gegeven via een infuus rechtsstreek in het bloed. Daarnaast worden er kleine hoeveelheden (moeder)melk gegeven via een maagsonde (een plastic slangetje via de neus naar de maag), als de conditie van uw kind dit toelaat.
• Als uw kind ademhalen en slikken goed kan combineren wordt de voeding per ‘cupje’ of fles met speen gegeven. Het is in de praktijk moeilijk haalbaar om lange tijd een cupje aan te bieden. Het aanbieden van een fles gebeurt zorgvuldig waarbij een baby goed moet leren ‘aanhappen’ met wijd open mond, wat belangrijk is bij borstvoeding.
Het regelmatig aanbieden van de borst, bijvoorbeeld tijdens het kangoeroeën, bevordert het goed leren drinken aan de borst.
Ook al is uw baby nog niet in staat aan de borst te drinken, u kunt wel een start maken met oefenen aan de borst.
De eerste stap is namelijk zoveel mogelijk huid op huid contact. We noemen dit ook wel kangoeroeën. In het volgende stappenplan kunt uw zien welke stappen de baby kan doorlopen om uiteindelijk aan de borst te leren drinken.
De verpleegkundige van afdeling Neonatologie neemt met u door aan welke stap uw kind toe is.